woensdag 19 januari 2011

Vederlicht


Ik rek me uit en leun helemaal naar achteren, mijn armen gespreid. Kom weer overeind en til mijn hoofd naar links. Mijn nek doet 'knak!'. Het lijkt wel alsof ik een bokser ben, die doen dat ook, en als dat zo zou zijn dan was ik een veder-veder-lichtgewicht.

Vederlicht, dat lijkt me wel fijn, dat je met ieder briesje mijlenver meedrijft in de atmosfeer, steeds hoger en hoger, tollend. Ik zou zien hoe klein de wereld eigenlijk is. Samen met een druppel gedropt in de oceaan of meegevoerd op het klappen van de vleugels van een meeuw of een havik of een gans.

Zo klein en onzichtbaar dat ik onkwetsbaar ben. Als er een steen of een rots of een berg op me staat heb ik nog plek zat. Of verdwijn ik bijvoorbeeld in je neus en kriebel ik net zo lang tot je niest en ik mijn reis weer voortzet.

dinsdag 18 januari 2011

Kelder


"Wat doe je hier?" klinkt er uit de duisternis.
Frank blijft roerloos staan. "Ik kom een kijkje nemen, ik ben zeer geïnteresseerd in graffiti. Het spijt me als ik u heb laten schrikken".
De stem: "Ik wil dat je weggaat. Je hebt hier niks te zoeken".
Frank schuifelt wat en knijpt met z'n ogen om beter te kunnen zien. Hij zakt door z'n knieën. "Ik wil u niet tot last zijn. Ik heet Frank en, zoals ik al zei, kijk graag naar graffiti." Frank rommelt wat in z'n zak en haalt een aansteker tevoorschijn en ontsteekt hem.
Het flauwe licht onthult een oude man die in het uiterste hoekje zit, onder dekens. Hij heeft een dikke blauwe jas aan en een zwarte muts die bijna over z'n ogen valt. Frank z'n ogen zijn nu wijd opengespreid. Aan de stem te horen dacht hij dat een jonger iemand was, veel jonger. Zwijgend kijken ze elkaar aan.
Frank: "Woont u hier al lang?" De man draait zich weg en verdwijnt onder de dekens. "Dat gaat je niks aan!"
De aansteker wordt te warm en het licht verdwijnt weer.
"Ik woon hier nu een paar maanden", fluistert de man. Frank schuifelt voorzichtig wat dichterbij. "Kan ik u ergens mee helpen?"
Resoluut: "door me met rust te laten".

maandag 17 januari 2011

Kolencentrale


Er hangt hier een typische lucht die ik juist met deze plek associeer, al heb ik hem ook elders geroken, in de Ardennen bijvoorbeeld. Ook een heuvelachtig landschap.
Maar de geur hoort voor mij bij Engeland, Somerset om precies te zijn.
Het is de geur van een kolencentrale die de huishoudens verwarmt en van elektriciteit voorziet.
Als ik door de straten van Yeovil loop, waar ik in mijn jeugd twee jaar heb gewoond, treft het me dat de meeste mensen blijkbaar het liefst binnen zitten. Of het nou regent of een stralende dag is, mensen spelen op zeker. Gordijnen dicht en televisie aan.
Het is het land van de kolencentrales en satelliet-TV. Sky Network domineert hier. Eindeloze reeksen met kanalen worden gepresenteerd in een overzichtelijk menu. Nieuwe uitzendingen worden zorgvuldig gedoseerd maar je wordt overstelpt met herhalingen. Herhalingen uit de jaren '50, '60, '70, '80, '90 tot nu. Sommige dingen heb ik al tientallen keren gezien.
Maar nu sta ik even aan de andere kant van de gordijnen te genieten van de heuvels met eeuwenoude heggen in de bitterzoete geur van een kolencentrale.

zondag 16 januari 2011

Geheim


"Het geheim is dat ik niet echt besta, bewijs het maar eens."
"Ik ga me niet eens aan een poging wagen omdat ik weet dat je me toch belachelijk maakt" zegt het meisje.
"Waarom zou ik dat doen" reageer ik, "jou belachelijk maken?"
"Ik denk niet zoals jij, iedereen denkt anders." Ze begint haar spulletjes in haar tas te doen. Etui, telefoon, sleutels. Ze heeft haar hand op haar jas gelegd, maar is nog niet opgestaan.
"Ik zie toch dat je bestaat". Nu kijkt ze ook naar haar jas, al betwijfel ik of ze beseft dat ze eigenlijk al deze ruimte verlaten heeft. Buiten toetert een auto. Ze kijkt me aan.
"Ik bedoel dat ik niet besta, en jij trouwens ook niet, zoals we denken dat we bestaan. Jij ziet een stukje van mij, en denkt me helemaal te zien. Dat gaat gewoon niet, het is een illusie".
Ze staat op. Tas in de hand, jas gedrapeerd over haar rechter onderarm. Ze staat recht, houdt haar adem in, wil zich omdraaien maar bedenkt zich. "Dit alles is voor jou een excuus om niets te doen. Om je af te sluiten." Ze zucht. Ze loopt de kamer uit en de trap af. Ik hoor de deur dicht vallen.